Tot het openen van den vuurmond wordt nadat zonodig
de veiligheidsplan op VUUR is gesteld, de hefboom
krachtig achterwaarts gedraaid. Daarbij zal de
neus, welke zich onderaan de platte verbreding van
den hefboom bevindt, de hefboompal omhoog drukken
Inmiddels komt de onderste nog -SLUITSTUK- van
den korten arm van den hefboom tegen het rechte
gedeelte van den buitenwand der gleuf in het bovenvlak
van het sluitstuk, waarna bij het verder draaien aan
den hefboom het sluitstuk uit de vuurmond wordt
bewogen.
Op het laatste ogenblik van het openen sluiten de
stootvlakken van het sluitstuk ten de stootnokken van
den uitwerper; deze laatste zal dientengevolgein zijn
ligplaats draaien en met zijn armen de zich in het kanon
bevindende ledige huls (of lading) achterwaarts uitwerpen
(of verplaatsen). Tevens wordt het verder uittrekken van
het sluitstuk belet.
Bij het laden worden de armen van den uitwerper
door den rand der huls weder naar voren gerukt
mocht de hals niet geheel in de buskruitkamer zijn
geschoven, dan zal zulks bij het sluiten door het laadvlak
van het sluitstuk geschieden.
Tot het sluiten wordt de hefboom naar voren
gedraaid, waardoor de korte arm met de sluitnok tegen
den binnenwand der gleuf in het sluitstuk drukt zo
dientengevolge dit laatste in den vuurmond brengt.
Daarbij blijft de hefboompal met den schuinen kant van
de verbreding van den hefboom neergedrukt, totdat hij, 1918
