
In 1685 werd windrecht verleend aan de oliemolen De Eendragt te Wormer. Eigenaar was Simon Pzn. Fent. In 1728 werd de molen omgebouwd tot papiermolen door de toenmalige eigenaar. In 1775 werd Maarten Schouten eigenaar wiens dochter trouwde in 1783 met Pieter Smidt van Gelder. Deze Pieter Smidt van Gelder werd het jaar daarop medefirmant. Het bedrijf groeide en diverse andere molens werden aangekocht en in 1838 werd in molen het Fortuin een papiermachine opgesteld welke zeer “onfortuinlijk” bleek te zijn. Tussen 1803 en 1863 werden diverse molens aangekocht en weer doorverkocht of gesloopt. De Eendragt echter werd in 1840 omgebouwd van wit- naar pakpapier en in 1845 werd het een machinale pakpapierfabriek onder de naam: fa. Van Gelder Zonen. In 1881 werd omgeschakeld op houtcellulose als grondstof, voordien werd papier uit lompen geproduceerd. Zo begon men in 1890 met de productie van wit courantenpapier, waartoe in 1895 een fabriek te Velsen werd gebouwd, het huidige Crown Van Gelder N.V.. In 1907 werd de Hartense korenmolen te Renkum aangekocht, voor de productie van krantenpapier. Deze werd na 1912, toen aldaar een tweede fabriek (Renkum II) werd gebouwd, aangeduid als Renkum I. Deze fabrieken werden tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. Vanaf 1946 waren de fabrieken weer in bedrijf. Vanaf 1960 volgde een aantal overnames. In 1967 startte men met de productie van glasvliespapier te Apeldoorn. Vanaf 1970 waren er fusiebesprekingen gaande met de Koninklijke Nederlandse Papierfabriek te Maastricht. Deze liepen echter op niets uit. In Wormer produceerde men veel asbestpapier, in 1978 ging dit om meer dan 28 kton/jaar. In 1980 kwam het besluit om de productie te Wormer te stoppen en in 1981 ging Van Gelder failliet.

De voormalige Hervormde kerk is een in 1847 gebouwd kerkgebouw in het Nederlandse dorp Warder, in de Noord-Hollandse gemeente Edam-Volendam. Het huidige gebouw werd op 18 mei 1967 als rijksmonument ingeschreven in het monumentenregister. De zaalkerk is het enige rijksmonument van het dorp Warder. De kerk is sinds 1975 in gebruik als sporthal en gymzaal voor onder andere de lokale basisschool.
Geschiedenis:
Het huidige gebouw is in 1847 gebouwd ter vervanging van een vervallen 16e-eeuwse kruiskerk. Begin jaren 70 van de 20e-eeuw begon de ontkerkelijking zo groot te worden en was het pand zo zwaar vervallen dat er sprake van was om de kerk te slopen. Het dak stortte deels in en er groeiden planten in de kerk.
De kerk werd uiteindelijk voor ƒl.1 gekocht van de gemeente Zeevang, alleen de toren bleef van de gemeente. De Stichting Sporthal Warder werd opgericht om het beheer over het pand te voeren. In 1975 werd de verbouwde kerk als sporthal in gebruik genomen.
(achtergrondinformatie: Wikipedia)
Adres: Warder nummer 122.



Het pand domineerde eeuwenlang de omgeving rond de sluis.
Bron: Historische panden uit Oosthuizen, publicatie 2

Complex van firma Floris bouwbedrijf, daarnaast smederij van firma Ammeraal en rechts huizen aan de Knollendammerstraat.
Aan het één na laatste huis op nr. 155 was mijn ouderlijk huis.
Verder aan de Veerdijk het huis, waar de familie van Exter woonde. Op de voorgrond Wormerveer".


Volkswagen kever.


Rechts zien we de gebroeders Klopman. Midden achter; het pakhuis van W.Edel.
Vlak daarvoor zien we de zogenaamde Banpaal van Schardam.
In het dorp Schardam, tussen de Noorder- en Zuidersluis, staat een banpaal van de stad Hoorn, die daar is geplaatst in 1761. Toen behoorde Schardam dus nog deels tot het rechtsgebied van de stad Hoorn. De banpaal laat een roodkleurige eenhoorn zien; de hoorn is goudkleurig en wijst in de richting van de stad Hoorn, aan de andere kant van het Hoornse Hop. Het dier houdt ook een schild vast waarop het wapen van Hoorn is afgebeeld. De banpaal is een rijksmonument.
(achtergrondinformatie: Wikipedia)



11,12,13 en 14



Midden achter zien we een stolpboerderij aan Hobrede nummer 3.


Dit is de Veerdijk met het huis waar Jan van Exter heeft gewoond. Op de achtergrond nog een gedeelte te zien van de firma Floris met de zandtoren. Deze woning is gesloopt en hier staat thans de fabriek van Cargill (voorheen Gerkens)

Lang voor de bouw van deze kerk moet op dezelfde plaats reeds een kerk gestaan hebben. De beslissing tot het vernieuwen van de kerk moet genomen zijn door Maria van Sevenbergen. Zij trad in 1476 in de rechten van de in dat jaar overleden ambachtsheer Joost van Strijen. Het koor en het transept kwamen gereed in het jaar 1511, het schip in 1518. Rond 1575 kwam de van oorsprong rooms-katholieke (St. Nicolaas ?) kerk in gereformeerde handen. Van een beeldenstorm is te Oosthuizen niets bekend, maar de inrichting van het interieur werd wel belangrijk gewijzigd. Zo werd bv het altaar verwijderd en het orgel buiten dienst gesteld.
De vorm van de kerk is die van een kruiskerk zonder zijbeuken. Deze plattegrond is karakteristiek voor de gotiek van de kustprovincies, met name van Noord-Holland.
De behoefte aan een kerk met meerdere altaren en het gebrek aan middelen om een meerbeukige kerk te bouwen heeft dit type waarschijnlijk doen ontstaan.
De kerk is een bakstenen gebouw met zware, eensversneden steunberen. Het is een laat-gotische, éénbeukige kerk. Koor, dwarspanden en schip hebben ongeveer dezelfde lengte. Het gebouw is getooid met een open, achtkantig torentje met peervormige bekroning. De klok daarin werd in 1511 door Gerhardus van Wou gegoten. Het kruisingstorentje, een z.g. dakruiter, gaat door voor het oudste exemplaar in ons land.
Bron: Oude Hollandse Kerken

Tot 30 september 1967 is het in gebruik geweest als Zuivelfabriek.


Aan de rechterkant van de weg waren toen nog weilanden.
