
Even verder kwamen nog twee huisjes te staan, waarin nog gewoond hebben: de ouders van Paulus Tol en de familie Plat 'Dibbes'.
In de eerder genoemde drie huisjes woonden o.a. de familie Buijs 'Wieske', Steur de 'Schien' en de familie Jonk 'Vracht'. Voor hen werden ze ook nog bewoond door de ouders van Jannig 'van de Schien' en de ouders van Kees Jonk 'van Jonker'.
Tussen de beide blokken huizen stond nog een los huisje, apart gebouwd op zijn eigen voeting. Daarin woonde een zekere Verhagen. Waar de goeie man uiteindelijk is gebleven, is mij (schrijver Kees Bootsman) onbekend. Het huisje werd bouwvallig en was dan ook het eerste pandje dat viel onder de slopershamer.























