Gedeelte van de geologische kaart van Nederland, blad Amsterdam, kwartblad I, met de Beemster, Purmerend, de Purmer, Edam, Volendam, Kwadijk, Middelie, Hobrede, Oosthuizen Warder, Etersheim, Beets en Schardam.
Datering:
1925
Datum vervaardiging:
1928
Uiterlijke vorm:
Kaarten
Vervaardiger:
Tesch, P.
Uitgever:
Topografische Inrichting
Titel:
25 AMSTERDAM Kwartblad I
Techniek:
lichtdruk, in kleur
Notabene:
topografie naar topografische en militaire kaart met legenda en dwarsprofiel grondsoorten. 3 exx. genummerd -1 t/m -3
WAT001000746 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
WAT001000745 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
WAT001000744 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
WAT001000743 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
WAT001000742 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
WAT001000747 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
WAT001000741 Bergen sneeuw in de winter 1941-1942.
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te
De winter van 1941-1942 was de koudste winter in Nederland en België sinds de revolutiewinter van 1789 en is daarna slechts nipt overtroffen door die van 1947 en 1963. Doordat de winter van '42 in de Tweede Wereldoorlog viel was de impact ervan op het dagelijks leven wel beduidend groter dan met de twee genoemde latere winters het geval was. Met een Hellmanngetal van 331,8 voor het midden van Nederland was deze winter slechts iets minder streng dan die van 1963. De winter van '42 had een gemiddelde temperatuur van -1,5 graden en volgde op twee eerdere strenge winters. In deze winter konden veel producten alleen op de bon worden verkregen. Er was een gebrek aan brandstof en door gebrek aan onderdelen functioneerde ook het openbaar vervoer steeds slechter. De winter kwam pas echt op gang na de jaarwisseling. Januari 1942 was met een gemiddelde maandtemperatuur van -5.1 graden de op twee na koudste januarimaand van de 20e eeuw. De periode 18-27 januari 1942 was in De Bilt zelfs de koudste periode van 10 opeenvolgende dagen van de 20e eeuw, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van -11,3 graden. De extreme koude begon al een week eerder en vanaf 12 januari 1942 kwam de temperatuur in De Bilt vrijwel elke dag lager dan -10 graden. Op 22 januari 1942 werd de achtste Elfstedentocht verreden, de derde op rij na de zesde Elfstedentocht in 1940 en de zevende Elfstedentocht in 1941. Op 26 en 27 januari werden records gevestigd: op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan -11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot -24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Het minimum van -27,4 graden, dat op 27 januari 1942 door Jaap Langedijk in Winterswijk werd gemeten, is tot op heden de laagste temperatuur die ooit in Nederland is gemeten. Veel mensen kropen die dagen met een jas aan in bed. Het grote gebrek aan brandstof maakte dat er bijna niet mee tegen de kou op te stoken
WAT001020248 Gedeelte van de geologische kaart van Nederland, blad Alkmaar, kwartblad IV met de Beemster, Purmerend, de Purmer, Edam, Volendam, Kwadijk, Middelie, Hobrede, Oosthuizen Warder, Etersheim, Beets en Schardam.
Datering:
1925
Datum vervaardiging:
1928
Uiterlijke vorm:
Kaarten
Vervaardiger:
Tesch, P.
Uitgever:
Topografische Inrichting
Titel:
19 ALKMAAR KWARTBLAD IV.
Techniek:
lichtdruk, in kleur
Notabene:
topografie naar topografische en militaire kaart met legenda en dwarsprofiel grondsoorten. 3 exx. genummerd -1 t/m -3
WAT001002035 Aanzicht op kruiend ijs bij de vuurtoren van Marken. Het Paard van Marken is de vuurtoren van Marken. De huidige vuurtoren is ontworpen door J. Valk en gebouwd in 1839 en staat op de oostelijke punt van het eiland. De toren heeft een lichthoogte van 16 meter en een lichtbereik van 16,7 km.
WAT001002036 Aanzicht op kruiend ijs bij de vuurtoren van Marken. Het Paard van Marken is de vuurtoren van Marken. De huidige vuurtoren is ontworpen door J. Valk en gebouwd in 1839 en staat op de oostelijke punt van het eiland. De toren heeft een lichthoogte van 16 meter en een lichtbereik van 16,7 km.
WAT001002038 Aanzicht op kruiend ijs bij de vuurtoren van Marken. Het Paard van Marken is de vuurtoren van Marken. De huidige vuurtoren is ontworpen door J. Valk en gebouwd in 1839 en staat op de oostelijke punt van het eiland. De toren heeft een lichthoogte van 16 meter en een lichtbereik van 16,7 km.
WAT003003901 Foto: 100 jarige wilg omgewaaid tijdens een najaars storm. Buurtbewoners ontfermden zich over het hout. Locatie: de tuin van de familie Stroo. (informatie: NNC van donderdag 3 november 1994)
WAT001021029 De buitenplaats 'Vredenburg' met grote siertuin en boomgaard in vogelvlucht naar een ontwerp van Pieter Post voor Frederick Alewijn
Datering:
1653
Datum vervaardiging:
ca.
Uiterlijke vorm:
Prenten, tekeningen
Vervaardiger:
Post, P.
Uitgever:
Aa, P. van der
Titel:
Perspective Uytbeeldinge van Vreden-burch, met hare omstaande Timmeragie, Hoven, Plantagie, etc. Gebouwt door den Hr. Frederick Alewyn, aen de Noord-zyde van de Zuyder-wech, inde Beemster.
Techniek:
kopergravure
Notabene:
Uit; P. van der Aa, Les ouvrages de Pierre Post, Leiden, 1715. Met prachtige tuinarchitectuur (combinatie negotium=het werkzame leven en otium= de vrije tijd) oppervlakte 188 x 226 m. met verschillende geometrische elementen van beplanting.